Het Guislaininstituut werd in het midden van de 19e eeuw in de periferie van Gent gebouwd als een modern psychiatrisch ziekenhuis, eertijds revolutionair in visie en karakter. Guislain vertaalde zijn visie niet alleen in de ligging van het gebouw, maar ook in de door hem geïnspireerde en door Alphonse Pauli ontworpen architectuur. Pauli concipieerde zijn gebouwen als een soort kloostercomplex met militaire allure. Herkenbaar maar toch ook voldoende afstandelijk en veilig ten opzichte van de omgeving. Overzicht en hygiëne waren er het devies. De patiënten werden er ingedeeld volgens hun ziektebeeld, wat de basis voor het karakteristieke plan vormde.
Het complex lag toen nog buiten de stad omwille van de rust, controle en de landelijke omgeving. Maar langzaam aan werd het gebouw omsingeld door de 19e-eeuwse uitbreiding van de stad. Rondom het Guislaincomplex is alles dichtgeslibd. Daardoor veranderde ook de atmosfeer fundamenteel, van de kalmte van de landelijke omgeving naar de bedrijvigheid en het rumoer van een stedelijke volksbuurt. Op het terrein van twaalf hectaren bestemden Guislain en Pauli niet minder dan acht hectare voor akkerbouw. Een heel bewuste en genereuze aanpak van arbeidstherapie. Maar door het dichtgroeien van de stad raakte het centrum totaal geïsoleerd en is Guislain's model al lang verleden tijd. Dit element heeft sterk en noodgedwongen de latere welzijnszorg van het centrum mee bepaald. De landelijk gelegen instelling evolueerde naar een ingesloten hospitaal. Na de tweede wereldoorlog werd de architecturale chaos er compleet.
Onder broeder Réné Stockman kwam er een kentering. De wildbouw op de campus werd een halt toegeroepen en er werd terug ruimte tussen de gebouwen gecreëerd.
In 1998 startten we in overleg met het bestuur van het instituut en de diensten stedenbouw en monumentenzorg van de stad aan een masterplan om de toekomst van de site te heroriënteren en opnieuw vorm te geven. Ons masterplan was veeleer een actieplan, vanuit de beleidsoptie dat een psychiatrisch centrum zowel passanten als bewoners moet kunnen begeleiden en huisvesten. Niet alleen kortstondige verzorging en opvang dus, maar ook permanente huisvesting van chronische patiënten.
Er werd beslist om de chronisch zieken zoveel mogelijk buiten de instelling te huisvesten, in de perifere volksbuurt, en hen een nieuwe veilige woonomgeving aan te bieden met toch voldoende bewegingsvrijheid. Een voordeur aan de straat en een achterdeur op de campus.
Tegelijk restaureren we de oorspronkelijke Guislainsite die beschermd is als monument. Want ook dat deel moet mee kunnen evolueren in nieuwe, aangepaste functies. In het masterplan bieden we zowel het vormingscentrum, het Guislainmuseum als de administratie de mogelijkheid tot stapsgewijze ontwikkeling. En ook nieuwe architectuur krijgt een plaats binnen de historische context.