In Anzegem had de brand in de Sint-Jan-Baptist en Sint-Eligiuskerk een tabula rasa gecreëerd waardoor niet alleen het monument zelf maar ook zijn maatschappelijke integratie herdacht konden worden. Het idee dat in de aanloop van de wedstrijd bij de gemeente ontstond was om het beschermde kerkschip te verdelen met een massieve muur waarbij de gemeentediensten intrek zouden nemen in een deel van het kerkgebouw.
Archipl zag hier de kansen buiten het keurslijf van het bestaande kerkgebouw en voorbij de rigide opdeling met de muur. Zonder de kerkruimte gevoelsmatig te verkleinen wordt de binnenoppervlakte herschaald (dmv een beglaasde tussenwand) en afgestemd op het veranderd maatschappelijk gebruik. Twee traveëen van het kerkschip worden in dezelfde beweging omgevormd tot een patio die als buffer maar ook als verbinding zal werken tussen de kerkruimte en het gemeentehuis. En door een verschuiving van financiële middelen buiten het kerkgebouw kan een deel van het bestaande gemeentehuis worden vervangen door een kwalitatieve en energieneutrale nieuwbouw die een helder antwoord biedt op de programmatische vragen van de gemeente (o.a. front- bij backoffice en centralisatie diensten). Hierdoor worden de herkenbaarheid en identiteit van zowel de kerk als van het gemeentehuis versterkt en kunnen beide onafhankelijk evolueren in de tijd en de ruimte. De nieuw ontstane buitenruimte kan autonoom functioneren maar ook bij het plein of de kerk betrokken worden.
Met ons voorstel komt tussenruimte vrij, worden barrières doorbroken en ontstaan bovendien opportuniteiten voor de lokale gemeenschap. Gemeentehuis en kerk winnen aan kwaliteit en ruimte. De helderheid van het concept wordt vertaald in herkenbare beelden binnen een budgetair haalbaar kader.
Er is de kerk, er is het gemeentehuis, ertussen de patio en het openbare domein. De architectuur drukt de maatschappelijke positie en identiteit uit : de introverte kerkruimte en patio roepen sacraliteit en religiositeit op, het open en transparante gemeentehuis is een afspiegeling van de openbaarheid van bestuur. Beide zijn complementair maar houden de juiste afstand.