De realisatie van dit kunstwerk, waarvoor Thierry De Cordier onze assistentie vroeg, werd een intense en amicale samenwerking waarbij we de kunstenaar leidden door het - voor hem althans - programmatische, technische en budgettaire mijnenveld van dit bouwproject.
De opdracht van het Psychiatrisch Centrum van Duffel aan Thierry De Cordier was om een gesloten paviljoen te ontwerpen dat in een duidelijke relatie zou staan met de groene omgeving en iets met water zou te maken hebben. Daarbij was een beperkt utilitair nevenprogramma gevraagd. De Cordier's eerste ontwerpen beantwoordden nauwgezet aan deze tweeledige vraag, namelijk het vrije en het utilitaire programma, doch meteen nestelde zich de schrik voor een hybride en onwerkzame architectuur omwille van het weinig dichterlijke van het nevenprogramma. We zagen het als onze opdracht om Thierry De Cordier te stimuleren de ballast van het nevenprogramma af te werpen.
Thierry De Cordier tekende uiteindelijk een gebouw dat door zijn radicale herleiding een geestelijk vervoermiddel is. De Cordier : "De kern is een losstaande, acht meter hoge witte muur, de muur van het niets, die gevangen zit tussen vier zwarte buitenmuren. Het dak, dat één blok vormt met de muren, is voor ongeveer vier vijfden van het oppervlak dicht, en uit het resterende open deel steekt de witte muur boven de zwarte doos uit. Dat is het. Een sacrale romp, berekend volgens de gulden snede."
Door het open dak neemt het interieur de verscheidenheid van het weer, de seizoenen en het licht tot zich. Regen, sneeuw, zonlicht, bladeren, alles valt naar binnen. Maar door de hoge muren blijft het een volkomen binnen, buiten. Binnen en buiten contrasteren scherp. De obscure en vettige huid verwijst naar zwart bestreken scheepsrompen - ook een vervoermiddel - zodat vorm en inhoud terug samenvallen. Binnen is wit de hoofdtoon.