Het gebouw voorziet 45 bedden voor opname, observatie, diagnose en behandeling. Deze worden ondergebracht in drie verschillende ‘woon’-afdelingen met elk een specifieke zorgopdracht en karakter. Naast deze afdelingen omvat het gebouw nog een administratieve functies, een logistieke eenheid, een separeerblok en therapieruimtes. De meeste technische lokalen bevinden zich in de kelder onder het centrale gedeelte.
De uitgesproken groene omgeving vormt een belangrijk basis voor de keuze van de gebouwvorm. Er wordt gekozen om compact te bouwen door maximum 2 bouwlagen te voorzien voor het uitgebreide vooropgestelde programma. De kruisvorm in grondplan, met 4 vleugels, geeft een natuurlijke verdeling in verschillende afgebakende binnentuinen, nodig voor een apart gebruik door de respectievelijke afdelingen.
De relatie met het omringende groen is prioritair. De gebouwvleugels op het gelijkvloers zijn breder dan die op de verdieping waardoor er boven een terraszone ontstaat langsheen de leefruimtes en een groendak langsheen slaapkamers. De terrassen en buitentrappen laten de gebruikers van de verdieping toe op een zeer vlotte manier naar buiten te kunnen en van het omringende groen te genieten.
Het nieuwe gebouw is gericht op het verbeteren van de leefomstandigheden en behandeling van de patiënten. Er gebeurt een opdeling in kleinere leefgroepen, waardoor een meer persoonlijke en ondersteunende omgeving ontstaat. De geïntegreerde werking van het nieuwe gebouw ins ontworpen om medewerkers de mogelijkheid te bieden om nauwer betrokken te zijn bij de cliënten. Dit heeft niet alleen een positief effect op de therapeutische interacties, maar vergemakkelijkt ook het toezicht en observatie.