Een site langs de E40 en Kortrijksesteenweg, gelegen in de ‘zuidelijk mozaïek’ van Gent, vormt de locatie voor een nieuw studentenhuisvestingsproject met 530 studentenkamers en een aanvullend programma met gemeenschappelijke studentenvoorzieningen, kantoorruimtes, een polyvalente zaal met cafetaria, en een ondergrondse parking en fietsenstalling.
Het project Drie Koningen wil een antwoord bieden op de grote nood aan kwalitatieve en betaalbare studentenkamers in Gent en een voorbeeld zijn van een hedendaagse, duurzame en lokaal ingepaste grootschalige studentenhuisvesting als hefboom voor een bredere duurzame stadsontwikkeling.
Het nieuwbouwproject bestaat uit een ‘ensemble’ van 3 woontorens, de ‘Drie koningen’, met studentenkamers en gemeenschappelijke leefruimtes, bovenop een sokkel van 2 bouwlagen met kantoorruimtes, een polyvalente zaal met cafetaria, en gemeenschappelijke studentenvoorzieningen. Tussen de 3 torenvolumes en de sokkelfuncties in ligt een centrale tuinzone en overdekte buitenruimte ingesloten, die toegang geeft tot de verschillende gebouwdelen en in directe verbinding staat met de ondergrondse fietsenstalling en parking. Het dak van de sokkel fungeert als luifel voor de centrale buitenruimte en wordt als natuurlijke daktuin ingericht.
De inplanting van het gebouw en de buitenaanleg eromheen houdt rekening met een maximaal behoud van de aanwezige bomenclusters op de site, de te respecteren bouwvrije zones langs de omliggende verkeersinfrastructuur, en een minimale ruimtelijke impact op de aanpalende woonwijk.
De keuze voor drie smalle torenvolumes volgt zowel vanuit de ruimtelijke context als de interne organisatie van het gebouw. Door hun verschillende oriëntatie (gericht naar de E40 of de Kortrijksesteenweg) en aflopende bouwhoogte (vanaf de afrit van de E40 richting de woonwijk aan de Drie Koningenstraat) spelen de 3 volumes in op hun directe omgeving. De compositie van de volumes en de doorzichten ertussen zorgen zo voor de nodige verschaling en een luchtig beeld vanuit de verschillende invalshoeken.
Vanuit samenwonen en de interne organisatie van het gebouw is ook bewust voor het torenmodel gekozen, waarbij elke woonlaag een beperkt aantal van maximum 20 bewoners huisvest en zo meer als een eigen community binnen de grootschalige studentenhuisvesting zal aanvoelen. In grondplan worden de studentenkamers en gemeenschappelijke leefruimtes rond een centrale kern met gemeenschappelijk sanitair en verticale circulatie georganiseerd. Deze compacte opzet, waarbij lange gangen met kamers worden vermeden, zorgt voor overzicht en een huiselijke sfeer op woonniveau.
Op maaiveldniveau komen de 3 woontorens neer op een dubbelhoge sokkel, die naast de toegangen tot de studentenhuisvesting ook kantoorruimtes, een polyvalente zaal, een studentenhuis en overdekte buitenruimtes omvat. De sokkel vormt zo de overgang van het grootschalige gebouwencomplex naar inkomzones en buitenruimtes op menselijke schaal, en zorgt voor een levendige stedelijke plint met functies die de buurt verrijken. Het complex wordt ingebed in een natuurlijke parkomgeving, die ruimte voor ontmoeting en ontspanning biedt en het groene karakter van de buurt versterkt.