OCMW Gent plant de bouw van een nieuw dienstencentrum op een hoekperceel langsheen Oostakkerdorp en de Sint-Laurentiuslaan. De site vormt het scharnier tussen het dorpsplein en het Sint-Laurentiuspark en is doorheen de tijd volledig dicht gebouwd.
Gezien het dense programma (OCMW, politiecommissariaat, bibliotheek en parochiale diensten) en de bedenkelijke kwaliteit van het gros van de bestaande bebouwing, wordt ervoor gekozen om enkel het beschermde oude gemeentehuis in neo-vlaamse renaissancestijl te behouden. De nieuw verkregen ruimte biedt plaats voor een nieuw gebouw, op maat van het gevraagde programma, een gebouw met een toekomstperspectief.
Op de hoek van het perceel wordt een publieke buitenruimte gecreëerd. De bakstenen zijgevel van het oud gemeentehuis wordt zo een ‘nieuwe tweede voorgevel’ van het monument. Het bakstenen materiaal wordt doorgetrokken in de bestrating van het plein en loopt letterlijk door tot in de kern van het gebouw. Samen met de gevel van het nieuwe volume vormen deze elementen een buitenkamer die de verbinding legt met het dorpsplein en die de overgang vormt tussen oud en nieuw. Achteraan het perceel wordt een tweede insnijding gemaakt om zenitaal licht in het donkerste deel van de site binnen te brengen. Centraal in het gebouw wordt een atrium voorzien dat de ruggengraat van het gebouw vormt en de visuele relaties tussen de verschillende verdiepingen legt. Daglicht valt tot diep in het gebouw.
Het politiecommissariaat wordt ondergebracht in het oud gemeentehuis. De architectuur van dit gebouw heeft niet alleen de juiste uitstraling voor deze functie, maar leent zich ook het best voor de grotendeels op zichzelf staande functie van politiecommissariaat. Het is een bewuste en duurzame strategie om bestaande gebouwen een functie te geven die ‘eigen is aan het gebouw’. Complexe en prijzige ingrepen worden zo vermeden en maximaal behoud en levensduurverlenging zijn aspecten die zowel bij de zorg voor een monument als voor het milieu gelden.
Het nieuwe gebouw omvat het OCMW en de bibliotheek en wordt structureel opgevat als een stapeling van horizontale plateaus met centraal een vaste kern met daarrond een grid van kolommen. De gevels zijn niet dragend en kunnen vrij naar functie en compositie worden ingevuld. Op de verdiepingen wordt gekozen voor gepolijste inoxpanelen in geknikte vorm. Het vaag spiegelende effect van het materiaal, gecombineerd met de getrapte vorm van de elementen maakt deze delen van het gebouw tot een mysterieuze vervormde reflectie van de omgeving. In contrast met de cleane, harde buitenzijde van het gebouw wordt binnenin gewerkt met warme materialen. Het gebruik van een donker gebeitste houtafwerking bij bepaalde wanden en plafonds, geven het gebouw langs binnen een uitnodigende, gezellige, volkse uitstraling passend bij zijn functie als dienstencentrum voor het volk.